Cao uitzendkrachten 1 juli 2023
De cao uitzendkrachten 1 juli 2023 omvat een aantal belangrijke wijzigingen voor uitzendbedrijven. Bij de onderhandelingen tussen de vakbonden en brancheverenigingen stonden diverse zaken centraal. Zoals dat uitzendkrachten beter beschermd moeten worden tegen inkomensverlies, maar ook dat uitzendkrachten voor gelijk werk gelijk loon moeten ontvangen. Ook de regels rondom de transitievergoeding zijn onder de loep genomen, om ervoor te zorgen dat uitzendkracht die daadwerkelijk zullen ontvangen. Bekijk hier de belangrijkste wijzigingen.
Bekijk hier het volledige document: CAO voor uitzendkrachten per-1-juli-2023 – versie mei 2023
Pensioenregeling uitzendkrachten
Uitzendkrachten vanaf 21 jaar en ouder nemen deel aan een pensioenregeling. De doelstelling van de nieuwe pensioenwet is dat iedere werkende vanaf 18 jaar deelneemt aan een pensioenregeling.
Afschaffing 8 weken wachttijd pensioenopbouw
Voor uitzendkrachten geldt een wachttijd van maximaal acht weken (voorheen 26 weken). Deze wachttijd houdt in dat de uitzendkracht in de eerst gewerkte acht weken geen pensioen opbouwt. Deze regeling wordt met ingang van 1 juli 2023 afgeschaft. Hierdoor zullen alle uitzendkrachten vanaf de eerst werkdag deelnemen aan een pensioenregeling.
Belangrijkste wijzigingen cao uitzendkrachten 1 juli 2023
De wijzigingen voor cao uitzendkrachten 1 juli 2023 omvat een aantal belangrijke zaken, zoals inschaling, periodiek, inlenersbeloning, uitbetaling transitievergoeding, beschikbaarheid en arbeidsongeschiktheid. Hieronder staan de belangrijkste wijzigingen voor deze punten nader toegelicht.
Te veel betaalde premies terugvorderen? Data-Analyse Loonbelasting
Optimaliseer de loonbelasting, betaal niet te veel.
Lees meer1. Inschaling op werkervaring
De relevante werkervaring van een uitzendkracht moet door de uitlener voortaan worden meegewogen voor het bepalen van het salaris en de periodiek. Dit betekent dat de uitlener niet meer de uitzendkracht opnieuw in de laagste loonschaal kan indelen, wanneer een opdracht bij een nieuwe opdrachtgever start. Uitzendkrachten met ervaring kunnen hierdoor niet meer in de laagste schaal worden ingedeeld wanneer een nieuwe opdracht start.
2. Recht op periodiek
Een periodiek is een salarisverhoging die afhankelijk is van het functioneren van een werknemer. Deze salarisverhoging is meestal de volgende trap van de salarisschaal. De periodiek van een uitzendkracht wordt doorgaans vastgesteld aan de hand van een beoordeling of beoordelingsgesprek. Met ingang van 1 juli 2023 wijzigt het recht op een periodiek in het voordeel van de uitzendkracht. Wanneer een periodiek afhankelijk is van een goede beoordeling en die beoordeling heeft niet plaatsgevonden, dan behoudt de uitzendkracht het recht op een periodiek. Uitzendbedrijven moeten er dan goed op letten dat de beoordelingen tijdig plaatsvinden.
3. Inlenersbeloning
De inlenersbeloning wordt uitgebreid met alle netto- en bruto kostenvergoedingen. Een uitzendkracht heeft vanaf de eerste dag van de tewerkstelling bij een opdrachtgever recht op de inlenersbeloning. Vanaf 1 juli 2023 hebben uitzendkrachten recht op dezelfde en alle vergoedingen en toeslagen net als de werknemers (werkzaam in een gelijke of gelijkwaardige) die in loondienst werken bij de opdrachtgever. Uitzendbedrijven moeten dus de keuze van de opdrachtgever voor vergoedingen hanteren. Hiervoor kan de WKR voor onbelaste vergoedingen worden toegepast. Echter moet de vrije ruimte nauwlettend in de gaten gehouden worden. De overschrijding van de vrije ruimte wordt belast met een eindheffing van 80%.
4. Transitievergoeding uitbetalen
De regels voor het uitbetalen van de transitievergoeding wordt verder aangescherpt. Voorheen had de uitzendkracht drie maanden de tijd om de transitievergoeding te claimen, als de uitlener die nog niet had uitbetaald. Deze termijn wordt aangepast van drie maanden naar een jaar. Daarnaast heeft de uitzendkracht recht op een wettelijke rente sinds 1 januari 2023, als de uitlener de transitievergoeding een maand na het eindigen van het contract nog niet heeft betaald.
5. Beschikbaarheid
Uitzendkrachten zijn niet meer verplicht om meer beschikbaar te zijn dan de overeengekomen arbeidsduur. De uitzendkracht kan de beschikbaarheid zelf aangeven als er geen vaste werktijden zijn overeengekomen. Voor het inplannen van de uitzendkracht dient de beschikbaarheid van de uitkracht leiden te zijn. Hiervan kan worden afgeweken met instemming van de uitzendkracht.
6. Arbeidsongeschiktheid
Overeenkomsten met uitzendbeding (MUB) en overeenkomsten zonder uitzendbeding (ZUB) worden gelijk getrokken op het gebied loondoorbetalingsverplichting bij arbeidsongeschiktheid. Vanaf 1 juli 2023 hebben uitzendkrachten met een MUB of ZUB contract recht op bescherming bij ziekte. Dit betekent dat uitzendkrachten dan recht hebben op twee jaar aanvullend op het loon tot 90% in het eerste ziektejaar en tot 80% in het tweede ziektejaar. Uitzend krachten behouden dit recht ook als de uitzendovereenkomsten is beëindigd. Voor dit vangnet wordt een premie betaald door de uitzendkracht van 0,30% of 0,70% van het loon. Hierdoor worden uitzendkrachten met korte contracten beschermd tegen inkomensverlies bij ziekte.
Wachtdagcompensatie
Voor alle uitzendovereenkomsten vervalt en wordt vervangen. Hierdoor krijgen alle contract vormen één wachtdag. Voor uitzendkrachten MUB betekent dat het aantal wachtdagen wordt verlaagd van twee dagen naar één wachtdag.
Uitzendovereenkomst MUB
Als een MUB uitzendovereenkomst eindigt dan ontvangt de uitzendkracht een Ziektewetuitkering van 70 procent van het dagloon van het UWV. Bij het contract met uitzendbeding (MUB) wordt de beëindiging niet meer bepaald door de melding van arbeidsongeschiktheid, maar door een overeengekomen einddatum. Om de einddatum vast te stellen, geldt een minimale duur van 4 weken voor de overeenkomst, net zoals bij contracten zonder uitzendbeding (ZUB). Het contract MUB eindigt wel van rechtswege om alle andere redenen in tegenstelling tot een ZUB contract.
Uitzendovereenkomst ZUB
Uitzendkrachten met een ZUB uitzendovereenkomst zullen vanaf 1 juli 2023 ook een ZW-Aanvullend premie afdragen. Hierdoor wordt het inkomensverlies bij ziekte verzekerd. Hoewel uitzendkrachten met een uitzendovereenkomst ZUB meer premies moeten afdragen, wordt hiermee wel een groot risico ingedekt.
Maximale inhouding ZW-Aanvullend premie
De maximale inhouding ZW-Aanvullend premie wordt voor zowel contracten MUB als contracten ZUB gehanteerd. Deze premie wordt echter verlaagd van 0,58% naar 0,30% voor Uitzendbedrijven I (kantoorsector en administratief) en van 1,33% naar 0,70% voor Uitzendbedrijven II (technisch en industrieel).
Recente artikelen
- WIA vastgelopen volgens Algemene Rekenkamer;
- Verantwoordingsdag ministerie van SZW;
- Tijdelijke regeling IVA of Wajong.
Volg ons op social media.
Vengroot is te vinden op LinkedIn, Facebook, Instagram, X (Twitter) en YouTube!