Bel ons: 070 891 00 00

Om de juiste tijdvaktabellen toe te kunnen passen voor werknemers wordt gekeken naar de loontijdvak. De toepassing van de juiste tijdvaktabellen bijzondere situaties worden complexer wanneer uitzonderingsgevallen voordoen. Hieronder staan de ‘bijzondere situaties’ en de daar bijbehorende tijdvaktabel.

Voor de volgende bijzondere situaties gelden speciale regels voor het gebruik van de tijdvaktabellen:

  • Uw werknemer heeft een loontijdvak van een dag.
  • Uw werknemer heeft een loontijdvak van 6 of 7 dagen.
  • Uw werknemer heeft een loontijdvak van korter dan een dag.
  • Uw werknemer heeft een loontijdvak van een jaar.
  • Uw werknemer heeft een loontijdvak waarvoor geen tabel bestaat.
  • Uw werknemer heeft verschillende loontijdvakken.
  • U doet nabetalingen van tijdvakloon (vertraagd uitbetaald tijdvakloon).
  • Het kalenderjaar heeft 53 weken en uw werknemer heeft een loontijdvak van een week of 4 weken.
  • U hebt studenten of scholieren in dienst.
  • U hebt oproepkrachten in dienst.

Bekijk hier: Loonbelastingtabellen 2023.
Bekijk hier: Loonbelastingtabellen 2024.

Te veel betaalde premies terugvorderen? Data-Analyse Loonbelasting

Optimaliseer de loonbelasting, betaal niet te veel.

Lees meer

Uw werknemer heeft een loontijdvak van een dag

Als het loon afhankelijk is van het aantal gewerkte dagen, is het loontijdvak een dag, ook al betaalt u bijvoorbeeld per week of per maand uit.

Uw werknemer heeft een loontijdvak van 6 of 7 dagen

Als het loontijdvak 6 of 7 dagen is, gebruikt u de weektabel alsof uw werknemer 5 dagen heeft gewerkt.

Uw werknemer heeft een loontijdvak van korter dan een dag

Als het loontijdvak korter is dan een dag, terwijl niet de uitzondering van parttimerregeling of studenten en scholierenregeling van toepassing is, moet u rekenen met een loontijdvak van een dag.

Uw werknemer heeft een loontijdvak van een jaar

Als het loontijdvak een jaar is, gebruikt u in principe het schijventarief (zie tabel 1 achter in dit handboek) en verrekent u de heffingskortingen die van toepassing zijn. Maar om de loonbelasting/premie volksverzekeringen te berekenen, mag u de volgende praktische werkwijze gebruiken:

• U deelt het jaarloon door 4.

• Op dit kwart van het jaarloon past u de kwartaaltabel toe die geldt op het genietingsmoment van het jaarloon.

• U vermenigvuldigt de uitkomst met 4.

In plaats van de kwartaaltabel mag u ook de vierwekentabel gebruiken (u neemt 1/13 van het jaarloon, past de vierwekentabel toe en vermenigvuldigt de uitkomst met 13) of de maandtabel (u neemt 1/12 van het jaarloon, past de maandtabel toe en vermenigvuldigt de uitkomst met 12). Bij voorkeur gebruikt u de kwartaaltabel, want die leidt tot de minste (afrondings-)verschillen. U mag niet de dagtabel gebruiken.

Uw werknemer heeft een loontijdvak waarvoor geen tabel bestaat

Als uw werknemer een loontijdvak heeft waarvoor geen tabel bestaat, moet u de inhouding herleiden uit een tabel die wel bestaat. Daarbij knipt u het loon op in delen waarvoor wél een tijdvaktabel bestaat.

Uw werknemer heeft verschillende loontijdvakken

Mogelijk betaalt u uw werknemer, naast zijn periodieke loon nog een beloning (geen nabetaling) over een ander loontijdvak. Een werknemer ontvangt bijvoorbeeld naast het maandsalaris elke 3 maanden een afrekening van zijn provisie. U mag kiezen uit 2 manieren om de loonbelasting/premie volksverzekeringen over het andere loontijdvak te berekenen:

• U gebruikt de tabel voor bijzondere beloningen (zie paragraaf 9.3.6 Handboek Loonheffingen 2022).

• U voert een herberekening uit ( ‘Herberekeningsmethode’).

De uitkomsten van de 2 berekeningen kunnen verschillen. U mag zelf kiezen welke manier u gebruikt. Bij 2 of meer lonen uit vroegere dienstbetrekking, zoals pensioenen of lijfrenten, met verschillende

loontijdvakken moet u altijd de herberekeningsmethode gebruiken.

U doet nabetalingen van tijdvakloon (vertraagd uitbetaald tijdvakloon)

Voor nabetalingen van tijdvakloon (ook wel: vertraagd uitbetaald tijdvakloon), zoals regulier loon, maar ook overwerkloon, provisies of cao-loonsverhogingen met terugwerkende kracht, mag u de tabellen voor bijzondere beloningen gebruiken (zie paragraaf 9.3.6). Maar u mag ook de tijdvaktabellen gebruiken. In dat geval moet u de herberekeningsmethode gebruiken (zie hierboven bij ‘Uw werknemer heeft verschillende loontijdvakken’).

Uitzondering

u moet de tijdvaktabel toepassen als de nabetaling betrekking heeft op een achteraf vastgesteld tijdvakloon of een achteraf vastgestelde uitkering die u in 1 keer uitbetaalt, terwijl u de werknemer of de uitkeringsgerechtigde over de nabetalingsperiode niet eerder een tijdvakloon hebt betaald. Het gaat bijvoorbeeld om de volgende situaties:

  • U betaalt de werknemer geen regulier loon meer uit. Na verloop van tijd betaalt u het niet-betaalde loon toch nog uit.
  • U kent een uitkeringsgerechtigde met terugwerkende kracht een pensioen toe (aanlooptermijnen).

Berekening loonbelasting/premie volksverzekeringen:

  1. 1 Herleid het bedrag tot een (gemiddeld) tijdvakloon.
  2. 2 Gebruik de loonbelastingtabel die op dat moment geldt. U mag voor deze nabetalingen niet de tabel voor bijzondere beloningen gebruiken.
  3. 3 Vermenigvuldig het bedrag in de tabel met het aantal loontijdvakken waarop de betaling betrekking heeft.

Kalenderjaar heeft 53 weken en uw werknemer heeft een loontijdvak van een week of van 4 weken

Soms heeft een kalenderjaar 53 weken. Als uw werknemer een loontijdvak van een week heeft, moet u ook voor het loon over de 53e week de weektabel gebruiken.

Heeft uw werknemer een loontijdvak van 4 weken, dan zijn er voor het loon over de 53e week 2 situaties mogelijk:

  • U betaalt het loon over de 13e periode van 4 weken en het loon over de 53e week afzonderlijk. In dat geval gebruikt u voor het loon over de 13e periode van 4 weken de vierwekentabel en voor het loon over de 53e week de weektabel.
  • U betaalt het loon over de 13e periode en het loon over de 53e week in 1 keer. Er is dan sprake van een loontijdvak van 5 weken. Voor dit loontijdvak bestaat geen tabel. U moet de tabel dan herleiden naar een loon over een tijdvak waarvoor wel een tabel bestaat (zie hierboven bij ‘Uw werknemer heeft een loontijdvak waarvoor geen tabel bestaat’). Bijvoorbeeld door het loon te delen door 5. Dan gebruikt u de weektabel en vermenigvuldigt u de loonbelasting/premie volksverzekeringen en de arbeidskorting met 5.

Als u voor een werknemer de loonheffingskorting toepast, mag u dit ook voor de 53e week doen.

U berekent op deze manier misschien meer loonheffingskorting dan waar de werknemer recht op heeft. De Belastingdienst verrekent dit voordeel van de extra heffingskorting via de aanslag inkomstenbelasting van uw werknemer. Uw werknemer is dit voordeel dan weer kwijt. Om te voorkomen dat u te veel loonheffingskorting berekent, kunt u meer loonbelasting/premie volksverzekeringen inhouden dan de tabel aangeeft. Maar u mag dit alleen doen met toestemming van uw werknemer.

U hebt studenten of scholieren in dienst

Voor studenten en scholieren kunt u op verzoek van de werknemer de studenten- en scholierenregeling gebruiken (zie paragraaf 18.16). U gaat dan uit van een loontijdvak van een kalenderkwartaal, ook al is het werkelijke loontijdvak anders. U gebruikt dan de kwartaaltabel. Het effect van deze regeling is meestal dat u minder loonbelasting/premie volksverzekeringen inhoudt dan wanneer u de gewone tijdvaktabel zou gebruiken. Er is bij gebruik van deze regeling geen onderscheid in tijdvakloon of bijzonder loon.

U hebt oproepkrachten in dienst

Voor het bepalen van het loontijdvak – en dus de loonbelastingtabel – van oproepkrachten en werknemers met een nul-urencontact, zijn de overeenkomst en de feitelijke situatie van belang. Zie paragraaf 18.12 voor meer informatie over oproepkrachten.

Oproepkrachten met verschijningsplicht (ook nul-urencontracten)

Bij oproepkrachten met verschijningsplicht loopt de dienstbetrekking door. Er zijn 2 mogelijkheden:

  • Het gaat om iemand die valt onder de zogenoemde parttimerregeling (zie paragraaf 9.3.4, onder ‘Uitzondering 2: parttimerregeling’). Dan is het loontijdvak gelijk aan het uitbetalingstijdvak.
  • Het gaat niet om een parttimer. Dan bepaalt u per oproep wat het loontijdvak is. De hoofdregel voor het gebruik van tijdvaktabellen geldt (zie paragraaf 9.3.4, onder ‘Hoofdregel: tijdvaktabel gebruiken die overeenkomt met tijdvakloon’).

Oproepkrachten zonder verschijningsplicht

Bij oproepkrachten zonder verschijningsplicht zijn er 3 situaties mogelijk:

  • De oproepkracht wordt voor een langere periode opgeroepen en werkt in die periode 5 of meer dagen per week. Deze situatie is gelijk te stellen met een fulltimecontract voor een bepaalde periode. In dit geval bepaalt u per oproep wat het loontijdvak is en u gebruikt de bijbehorende tijdvaktabel.
  • De oproepkracht wordt voor een langere periode opgeroepen en werkt in die periode gewoonlijk op minder dan 5 dagen per week. In deze situatie geldt de regeling voor parttimers (zie paragraaf 9.3.4, onder ‘Uitzondering 2: parttimerregeling’). Het loontijdvak is gelijk aan het uitbetalingstijdvak.
  • De oproepkracht wordt voor een korte periode opgeroepen. U bepaalt dan per oproep wat het loontijdvak is en u gebruikt de bijbehorende tijdvaktabel.

Meer weten over de tijdvaktabellen bijzondere situaties?

Gerelateerde artikelen

Volg ons op social media.
Vengroot is te vinden op LinkedInFacebookInstagramX (Twitter) en YouTube!

To search, begin typing