Bij 2 of meer lonen uit vroegere dienstbetrekking, zoals pensioenen of lijfrenten, met verschillende loontijdvakken moet u altijd de herberekeningsmethode gebruiken. Hiervoor wordt de herberekeningsmethode verschillende tijdvakken gebruikt.
Mogelijk betaalt u uw werknemer, naast zijn periodieke loon nog een beloning (geen nabetaling) over een ander loontijdvak. Een werknemer ontvangt bijvoorbeeld naast het maandsalaris elke 3 maanden een afrekening van zijn provisie. U mag kiezen uit 2 manieren om de loonbelasting/premie volksverzekeringen over het andere loontijdvak te berekenen:
- U gebruikt de tabel voor bijzondere beloningen;
- U voert een herberekening uit ( ‘Herberekeningsmethode’).
De uitkomsten van de 2 berekeningen kunnen verschillen. U mag zelf kiezen welke manier u gebruikt.
Bekijk hier: Loonbelastingtabellen 2023.
Bekijk hier: Loonbelastingtabellen 2024.
Te veel betaalde premies terugvorderen? Data-Analyse Loonbelasting
Optimaliseer de loonbelasting, betaal niet te veel.
Lees meerVerloning met verschillende tijdvakken
Als de werknemer beloningen over verschillende tijdvakken krijgt, kunt u de loonbelasting/premie volksverzekeringen over het langste tijdvak bepalen door een herberekening. Hiervoor wordt de herberekeningsmethode verschillende tijdvakken toegepast. Bij een herberekening neemt u de volgende stappen:
- Tel het loon van het langste tijdvak op bij alle andere lonen die in dat tijdvak belast zijn of nog belast moeten worden.
- Bepaal met de tabel die geldt voor het langste tijdvak, de loonbelasting/premie volksverzekeringen over dit totale loon, en de bijbehorende arbeidskorting. U gebruikt de tabel die geldt op het moment dat u het loon over het langste tijdvak uitbetaalt. En u gaat uit van het loon van kolom 14 van de loonstaat (het tabelloon).
- Bepaal met diezelfde tabel de loonbelasting/premie volksverzekeringen over het totaal van het andere loon, en de bijbehorende arbeidskorting, dus zonder rekening te houden met het loon over het langste tijdvak. Dit bedrag kan afwijken van wat u daadwerkelijk op het eerdere loon hebt ingehouden en van wat u eerder aan arbeidskorting hebt bepaald.
- Trek de loonbelasting/premie volksverzekeringen die u hebt berekend bij stap 3 af van de loonbelasting/premie volksverzekeringen die u hebt berekend bij stap 2. Doe hetzelfde met de arbeidskorting. Het verschil is het bedrag dat u moet inhouden op het loon over het langste tijdvak, en het bijbehorende bedrag aan arbeidskorting.
Voorbeeld 1 Herberekeningsmethode
De inhoudingsbedragen in dit herberekeningsmethode verschillende tijdvakken voorbeeld zijn fictief
Een werknemer van 25 jaar voor wie u de loonheffingskorting toepast, heeft elke maand een regulier loon van €1.000. In april betaalt u ook de provisie over januari, februari en maart uit. Deze provisie is €800.
Het langste loontijdvak is hier de periode januari tot en met maart, de periode waar de provisie betrekking op heeft. Het totale loon (tabelloon) van dat tijdvak (een kwartaal) is 3 x €1.000 + €800 = €3.800. Voor dit tijdvak is een tabel beschikbaar. U gebruikt de tabel die geldt op het moment dat u de provisie uitbetaalt, dus de witte kwartaaltabel die geldig is in april. Volgens de witte kwartaaltabel voor inwoners van Nederland is de loonbelasting/premie volksverzekeringen over dit loon stel €217,75. De arbeidskorting die hierbij hoort, is stel €480,25.
U bepaalt wat u op het totaal van het reguliere loon van januari, februari en maart (€3.000) zou moeten inhouden. Daarbij gebruikt u ook de witte kwartaaltabel voor inwoners van Nederland die geldig is in april. De loonbelasting/premie volksverzekeringen over €3.000 is stel €151,50. De arbeidskorting die hierbij hoort, is stel €251,00. Op de provisie van €800 houdt u in: €217,75 – €151,50 = €66,25. De bijbehorende arbeidskorting is: €480,25 – €251,00 = €229,25.
Voorbeeld 2 Herberekeningsmethode
De inhoudingsbedragen in dit herberekeningsmethode verschillende tijdvakken voorbeeld zijn fictief
Een werknemer van 41 jaar voor wie u de loonheffingskorting toepast, heeft in januari en februari een loon van €1.000. Op 1 maart treedt hij in dienst bij een nieuwe werkgever. In april krijgt hij van u nog de provisie over het 1e kwartaal (januari, februari, maart). Deze provisie is €800.
Het langste loontijdvak bij u is de periode van januari tot en met maart, de periode waar de provisie betrekking op heeft. Maar omdat de werknemer in maart niet meer voor u gewerkt heeft, is het feitelijke loontijdvak een periode van 2 maanden. Het totale loon (tabelloon) van dat tijdvak is (2 x €1.000) + €800 = €2.800. Voor deze periode is geen tabel. Daarom moet u de tabel herleiden (zie hierboven bij ‘Uw werknemer heeft een loontijdvak waarvoor geen tabel bestaat’). U deelt daarbij het totale loonbedrag door 2 en gebruikt de maandtabel die geldig is in april. De uitkomst vermenigvuldigt u met 2.
Voorbeeld berekening
U berekent de loonbelasting/premie volksverzekeringen over de provisie voor een inwoner uit Nederland nu als volgt:
- Bereken de loonbelasting/premie volksverzekeringen over het totale loon van €2.800. Dit is: 2 x loonbelasting/premie volksverzekeringen over een maandloon van €1.400 = (2 x €83,83) €167,66. De bijbehorende arbeidskorting is (2 x €198,92) €397,84.
- Bereken wat de loonbelasting/premie volksverzekeringen over het totaal van de eerdere maandlonen geweest zou zijn. Dit is: 2 x loonbelasting/premie volksverzekeringen over €1.000 = (2 x €50,50) €101,00. De bijbehorende arbeidskorting is (2 x €83,67) €167,34.
- Trek de loonbelasting/premie volksverzekeringen die u hebt berekend bij stap 2 af van de loonbelasting/premie volksverzekeringen die u hebt berekend bij stap 1. Doe hetzelfde met de arbeidskorting. Op de provisie van € 800 houdt u in: €167,66 – €101,00 = €66,66. De bijbehorende arbeidskorting is: €397,84 – €167,34 = €230,50.
Meer weten over de herberekeningsmethode verschillende tijdvakken?
Gerelateerde artikelen
Volg ons op social media.
Vengroot is te vinden op LinkedIn, Facebook, Instagram, X (Twitter) en YouTube!