Geschatte leestijd: 5 minuten

Werkgevers zijn verplicht om de lage WW-premie te herzien, indien de voorwaarden voor de toepassing van een lage WW-premie niet (meer) worden voldaan. Deze regel is sinds 1 januari 2020 van kracht met de invoering van de WAB (Wet arbeidsmarkt in balans). De lage WW-premie mag worden toegepast voor werknemers die een schriftelijke arbeidsovereenkomst hebben voor onbepaalde tijd en er geen sprake is van een oproepovereenkomst.

Herzieningsgronden lage WW-premie

In een aantal situaties moet de werkgever de lage WW-premie herzien en is zelf hiervoor verantwoordelijk. De werkgever betaalt in eerste instantie de lage WW-premie bij een vast contract. Wanneer één van de herzieningssituaties zich voordoet, is de werkgever verplicht om de hoge WW-premie te betalen. De hoge WW-premie is dan alsnog met terugwerkende kracht verschuldigd. Een herziening heeft betrekking op een periode van maximaal twaalf maanden.

Herzieningssituaties lage WW-premie

Om vast te stellen of de toepassing van de lage WW-premie moet worden herzien, zijn er herzieningssituaties die als indicatoren werken. Om werkgevers in 2020 en 2021 tegemoet te komen zijn enkele herzieningssituaties nog niet van kracht. Naar verwachting zullen deze per 1 januari 2022 van kracht zijn. Werkgevers dienen met de volgende herzieningssituaties rekening te houden:

• beëindiging arbeidsovereenkomst binnen twee maanden na indiensttreding;
• 30% herzieningssituatie;
• werknemer ontvangt binnen een jaar na indiensttreding een WW-uitkering door arbeidsurenverlies bij de werkgever;
• werknemer ontvangt opnieuw een WW-uitkering, maximaal één jaar nadat herzieningssituatie drie is opgetreden.

Beëindiging dienstverband na twee maanden

Per 1 januari 2020 is er één herzieningssituatie die wordt toegepast. Werkgevers dienen de lage WW-premie te herzien indien de dienstbetrekking uiterlijk twee maanden na indiensttreding beëindigd. De gronden voor uitdiensttreding zijn niet van belang voor de herziening van de lage WW-premie.

30% herzieningssituatie

Om werkgevers tijdelijk tegemoet te komen is de 30% herzieningssituaties nog niet van kracht, echter zal deze naar verwachting per 1 januari 2022 worden gehanteerd.  Werkgevers moeten de lage WW-premie herzien indien het loon over de verloonde uren, het loon over de contracturen met 30% overstijgt. Deze regel geldt echter niet voor werknemers met een gemiddelde arbeidsomvang van 35 uur per week. Dit moet echter wel getoetst worden door het totaal aantal verloonde uren te vergelijken met het totaal aantal overeengekomen contracturen. Het doel van deze voorwaarde is dat werkgevers niet een minimumaantal uren aan werknemers aanbieden om aan de eisen te voldoen van een vast contract en vervolgens overwerk als flexibele arbeid wordt ingezet.

Nieuwe herzieningssituaties

Als onderdeel van de WAB zouden naast de 30% herzieningssituatie twee nieuwe herzieningssituaties worden ingevoerd. Deze plannen hebben echter vertraging opgelopen en zullen op een ander moment worden ingevoerd. De volgende twee nieuwe herzieningssituaties worden in de toekomst ingevoerd:

• werknemer ontvangt binnen een jaar na indiensttreding een WW-uitkering door arbeidsurenverlies bij de werkgever;
• werknemer ontvangt opnieuw een WW-uitkering, maximaal één jaar nadat herzieningssituatie drie is opgetreden.

Hoogte herziening lage WW-premie

De hoogte van de herziening van de lage WW-premie is het verschil tussen de betaalde premieafdrachten in de afgelopen 12 maanden en de premieafdrachten die de werkgever zou hebben betaald als de hoge WW-premie zou zijn toegepast. Het verschil hier tussen vormt de hoogte van de herziening van de lage WW-premie. Dit dient vervolgens met terugwerkende kracht in de administratie gecorrigeerd te worden. Als de herziening op twee kalenderjaren betrekking heeft dan moet herziening per jaar berekend en gecorrigeerd worden. Hierbij moeten de premiepercentages van het desbetreffende jaar worden toegepast.

Overwerk herziening lage WW-premie

In bepaalde situaties moet een werkgever de lage WW-premie herzien bij overwerk. Wanneer er sprake is van een vaste arbeidsovereenkomst mag de lage WW-premie worden toegepast. Indien een werknemer 30% meer loon uitbetaald krijgt dan contractueel overeengekomen voor één jaar dan moet de lage WW-premie worden herzien en moet de hoge WW-premie alsnog worden betaald. Als de jaarurennorm van toepassing is, moet het aantal uren per tijdseenheid van maximaal één jaar zijn overeengekomen. Het loon hierover moet gelijkmatig worden betaald in die periode. Op het moment dat een werknemer overwerkt en meer uren uitbetaald krijgt, dan wordt dat als aanvulling gezien voor de jaarurennorm. Hierbij moet rekening worden gehouden met de 30% herzieningssituatie. Overwerk mag niet in mindering worden gebracht van de jaarurenorm, omdat het loon dan niet gelijkmatig is verdeeld en er dan sprake is van een flexibel contact. Voor een flexibel contract moet de hoge WW-premie worden afgedragen.

Gerelateerde artikelen

• Wet arbeidsmarkt in balans;
• WW-AWf premiepercentage;
• WW-AWf vaste en flexcontracten.

Volg ons op social media.
Vengroot is te vinden op LinkedIn, Facebook, Instagram, X (Twitter) en YouTube!