Eerste en tweede spoor re-integratie

Geschatte leestijd: 5 minuten

Het eerste en tweede spoor voor re-integratie is een verplichting die de Wet verbetering poortwacht (Wvp) voorschrijft voor zowel de werknemer als werkgever. Hiervoor moet de re-integratievolgorde worden aangehouden. Dit betekent dat eerst wordt gekeken naar re-integratie middels het eerste spoor (binnen de organisatie) en daarna naar de re-integratie middel het tweede spoor (buiten de organisatie.

Verantwoordelijkheden re-integratie

Beide partijen dragen de verantwoordelijkheid voor re-integratie bij ziekte. Hierbij geldt dat het inschakelen van een bedrijfsarts en arbeidsdeskundige verplicht is, echter kan een werkgever daarnaast ervoor kiezen om ook een intermediair in te schakelen voor de re-integratie.

Stop met teveel betalen, voorkom Whk-premie verhoging!

LEES VERDER

Doel re-integratie

Re-integratie heeft als doel structurele werkhervatting in passend werk dat aansluit bij de resterende functionele mogelijkheden van de werknemer. Hiervoor dient het eerste spoor re-integratie als startpunt.

1^ste spoor re-integratie

In het eerste spoor re-integratie werken de werkgever en werknemer aan een terugkeer binnen de organisatie. Binnen het eerste spoor zijn de volgende mogelijkheden voor re-integratie:

terugkeer in eigen werk;
terugkeer in aangepast eigen werk;
terugkeer in (aangepast) ander werk.

De bovenstaande re-integratievolgorde moet worden aangehouden tijdens het re-integratieproces.

Terugkeer in eigen werk

De werkgever en werknemer kijken in eerste instantie of en hoe een terugkeer in eigen werk kan worden gerealiseerd. Deze stap heeft de primaire focus in het re-integratieproces en de werkgever dient ook voortdurend te onderzoeken in welke mate dat mogelijk is.

Terugkeer in aangepast eigen werk

Indien terugkeer naar eigen werk niet mogelijk is dan moet er worden onderzocht of de werknemer in aangepast eigen werk kan terugkeren. Dit betekent dat de werknemer een gedeelte van het eigen werk zou kunnen hervatten. Dit kan worden gerealiseerd door verlichting van de werkzaamheden die tot de functie behoren zoals technische of organisatorische aanpassingen. Een herverdeling van taken en aanpassing van dienstroosters kunnen ook een oplossing bieden. Hierbij geldt dat de verandering de arbeidsorganisatie niet te ernstig mag verstoren.

Terugkeer in (aangepast) ander werk

Als terugkeer in aangepast eigen werk niet mogelijk is dan moet er worden gekeken naar een terugkeer in (aangepast) ander werk binnen de organisatie. Hiervoor dient de werkgever binnen de organisatie op zoek te gaan naar andere werkzaamheden, die de werknemer wel zou kunnen verrichten. Dit gebeurt middels een inventarisatie van het persoonsprofiel van de werknemer. Hierbij wordt geïnventariseerd welke andere werkzaamheden de werknemer zou kunnen verrichten, welke belasting daarmee gepaard gaat en wat de belastbaarheid van de werknemer is. De werkgever is verplicht om deze mogelijkheden te blijven onderzoeken zolang het dienstverband duurt.

2^de spoor re-integratie

In het tweede spoor re-integratie werken de werkgever en werknemer samen aan een externe werkhervatting. Dit traject wordt opgestart indien:

wanneer het de werknemer niet lukt om terug te keren bij dezelfde werkgever, kijken beide partijen of het werk bij een andere werkgever kan worden voortgezet.
als er bij het opstellen (bijstellen) van het plan van aanpak binnen drie maanden geen perspectief op werkhervatting is binnen de eigen organisatie.
naast een onveranderd spoor 1 moet in het tweede ziektejaar spoor 2 worden opgestart. Dit geldt alleen wanneer er bij het opstellen van (de bijstelling in) het Plan van aanpak binnen 3 maanden geen concreet perspectief is op structurele werkhervatting binnen de eigen organisatie in eigen, aangepast of ander passend werk dat zo dicht mogelijk aansluit bij de functionele mogelijkheden. Dit gebeurt op basis van een schriftelijk vastgelegd re-integratieplan.

2^de spoor re-integratieplan Wet verbetering poortwachter

Om een passende functie en werkgever te vinden voor de werknemer dient er een tweede-spoor re-integratieplan opgesteld te worden. Hiervoor wordt een zoekprofiel bepaald met behulp van een inventarisatie met de werknemer van de onderstaande onderdelen:

de arbeidsmogelijkheden;
de verwervingsmogelijkheden;
de hervattingsmogelijkheden op de actuele arbeidsmarkt.

Voorwaarden 2^de spoor re-integratieplan

Het 2^de spoor re-integratieplan wordt opgesteld door de uitvoerder van het plan binnen de organisatie. De onderstaande onderdelen moeten minimaal worden opgenomen in het re-integratieplan:

een door de uitvoerder vastgesteld persoonsprofiel;
een beredeneerd zoekprofiel;
een overzicht van rapportagemomenten.
Indien het tweede spoor geen perspectief biedt is het mogelijk om het re-integratietraject te beëindigen middels een vaststellingsovereenkomst (VSO).

Belastbaarheid na eerstejaarsevaluatie

Indien er na de eerstejaarsevaluatie belastbaarheid ontstaat, dan start de re-integratie ook later. De belastbaarheid geeft aan of een werknemer instaat is om in bepaalde mate weer aan het werk te gaan. Indien er sprake is van belastbaarheid dan moet het plan van aanpak binnen twee weken worden opgesteld en binnen zes weken moet die worden uitgevoerd. Op het moment dat na de eerstejaarsevaluatie sprake is van belastbaarheid, dan moet het tweede spoor re-integratie worden opgestart. Het eerste spoor dient onverminderd voortgezet te worden.

"*" geeft vereiste velden aan