Handboek Loonheffingen 2024 april

01 april 2024

in Nieuws

De Belastingdienst heeft het Handboek Loonheffingen 2024 uitgave april gepubliceerd. Hierin staan de nieuwe regels rondom de loonheffingen. In het handboek staat een stappenplan die weergeeft hoe zaken in de loonadministratie moeten worden verwerkt. Alle actuele bedragen, percentages, voorwaarden en procedures zijn ook opgenomen in het Handboek Loonheffingen 2024 uitgave april.

Bekijk hier: Nieuwsbrief Loonheffingen 2024 uitgave 2

Download hier: Handboek Loonheffingen 2024 Versie april 1e uitgave

Het Handboek Loonheffingen is een document dat jaarlijks door de Belastingdienst wordt opgesteld met daarin alle nieuwe regels rondom de loonheffingen.

Onderdelen Handboek Loonheffingen

Het Handboek Loonheffingen 2024 bestaat uit 549 pagina’s. Het document wordt nu niet meer overzichtelijk weergegeven in drie delen, zoals dat in 2023 wel het geval was.

Nieuwsbrief Loonheffingen 2024 uitgave 2

Op 17 januari 2024 heeft de Belastingdienst de Nieuwsbrief Loonheffingen 2024 uitgave 2 gepubliceerd. Hierbij werd Handboek loonheffingen 2023 echter nog als leidraad genomen. Vanaf nu wordt het Handboek Loonheffingen 2024 uitgave april als leidraad genomen. Lees ook: Nieuwsbrief Loonheffingen 2024 uitgave 2.

Belangrijke wijzigingen

Over het algemeen heeft de Belastingdienst kleine tekstuele verbeteringen aangebracht. Dit zijn voornamelijk zaken zoals wijzigingen van voorbeeldberekeningen, aanpassingen van bullets en verduidelijking van regelingen. Echter zijn er ook bedragen, percentages en tarieven aangepast ten opzichte van het Handboek Loonheffingen 2023. De belangrijkste wijzigingen in het Handboek Loonheffingen 2024 staan hieronder weergeven.

Stop met teveel betalen, voorkom Whk-premie verhoging!

LEES VERDER

Stap 1 Nagaan of er een dienstbetrekking is

1. In de derde alinea wordt met bullets verduidelijkt wat er bedoeld wordt met ‘inhouden en betalen van loonheffingen’. De heffing in de vorm van eindheffingen ontbrak in deze opsomming. Deze is nu als bullet toegevoegd.

Stap 2 Gegevens werknemer administreren

2.1. De toelichting bij de eerste bullet is verduidelijkt: gebruik het formulier ‘Melding Loonheffingen Premies werknemersverzekeringen betalen’ wanneer voor het eerst personeel in dienst wordt genomen dat verzekerd is voor de werknemersverzekeringen, terwijl er al aangifte loonheffingen wordt gedaan voor werknemers/uitkeringsgerechtigden die niet verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen.

2.3. De werknemer moet bij het indiensttreding enkele gegevens aan de werkgever verstrekken. In deze paragraaf staat verduidelijkt dat de werkgever daarna de werknemer moet vragen.

Stap 3 Loonadministratie aanleggen

3.4.1. In Let op 1 staat geschreven over de uitbreiding van het aantal contracturen. Het standpunt daarover is met terugwerkende kracht herzien en verwijderd, omdat het nieuwe standpunt inmiddels de regel is. Ook is het kopje Tijdelijke regeling tot en met 2024 vervangen door Verwerking in de aangifte loonheffingen. De tekst daaronder is nu genuanceerd.

3.4.1. Onder het kopje 1 inkomstenverhouding: oude eindigt, nieuwe ontstaat is aan het 4^e punt, 3^e gedachtestreepje (over de werknemer die een familierelatie krijgt met de directeur-grootaandeelhouder), toegevoegd dat er daarbij door die familierelatie geen verzekeringsplicht voor de werknemersverzekeringen meer bestaat. Met een wijziging naar de informatie over de code invloed verzekeringsplicht.

3.4.1. Onder het kopje Geen nieuwe inkomstenverhouding is in de eerste zin ‘zolang uw werknemer hetzelfde werk blijft doen’’ doorgehaald, omdat dat geen voorwaarde is die per 2024 in de Regeling gegevens uitvraag loonaangifte is opgenomen.

Ook bij de 1^e 3 bullets ter verduidelijking, voor de situatie dat er een bepaald contract omgezet wordt naar een ander contract, zonder dat er een nieuwe inhoudsverhouding ontstaat, is toegevoegd ‘zonder onderbreking’.

3.4.1. Onder het kopje 2 of meer inkomstenverhoudingen tegelijk na afloop van de dienstbetrekking zijn de volgende aanpassingen gedaan

– in plaats van “opgeven onder verschillende nummers inkomstenverhouding” ter verduidelijking vervangen door “met een tweede of volgende inkomstenverhouding op in de aangifte (dus met een een ander nummer inkomstenverhouding)”. Dit werkt ook door naar de tekst van de 3 bullets.

– in alle drie bullets is “een zogenoemde werkgeversbetaling” doorgehaald, omdat dat soms ook een instantiebetaling kan zijn.

– in de eerste bullet staat verduidelijkt dat als er regulier loon betaalt wordt en daarnaast een ZW-uitkering, waarbij een aparte inkomstenverhoudingen wordt gebruikt, de ZW-uitkering in de andere inkomstenverhouding moet.

3.4.1 Er is een kopje toegevoegd: Bij voorkeur 2 (of meer) inkomstenverhoudingen. In de (bestaande) tekst daaronder is verduidelijkt dat voor een WAO-, WIA-, of WW-uitkering, waarvoor de witte tabel mag toepassen, bij voorkeur toch in een aparte inkomstenverhouding wordt verwerkt. Ook hier is “een zogenoemde werkgeversbetaling” doorgehaald, omdat dat soms ook een instantiebetaling kan zijn.

Stap 6 Voortschrijdend cumulatief rekenen

6.6. In het voorbeeld stond abusievelijk het maximumpremieloon van € 5.000 per maand. Dat moest € 15.000 per kwartaal zijn. Dat is aangepast.

Stap 7 Premies werknemersverzekeringen berekenen

7.3. In Voorbeeld E is een fout hersteld. De werkgeversbetaling moet namelijk vanaf 2023 Worden opgeven in de rubriek ‘Aanwas in het cumulatieve premieloon AWf uitkering’ en de premie hierover in de rubriek ‘Premie AWf uitkering’. Dit was in het handboek van 2023 abusievelijk niet aangepast.

7.5. In de 1e bullet na Voorbeeld 1 is verduidelijkt dat dit geldt als van het UWV een uitkering wordt ontvangen en deze aan werknemers wordt doorbetaald of als de uitkering wordt betaald als eigenrisicodrager.

7.5. In de 4e bullet na Voorbeeld 1 en ook in Let op 3 is verduidelijkt dat voor het loon uit een WSW-dienstbetrekking met code aard arbeidsverhouding 21 of 22 altijd de hoge Aof-premie geldt. Voor een WSW-dienstbetrekking met code aard arbeidsverhouding 23 geldt de hoge of lage Aof-premie die voor de werkgever geldt.

7.7. In de eerste alinea is verduidelijkt dat de premies werknemersverzekeringen worden berekend over het loon voor de werknemersverzekeringen, dat veelal gelijk is aan het loon voor de loonbelasting/volksverzekeringen.

7.8.2. Onder het kopje Hogere premiecomponent ZW bij einde eigenrisicodragerschap (terugkeerpremie) en in Let op 5 is de tekst aangepast omdat per 2024 de zogenoemde ‘terugkeerpremie’ isverhoogd van de halve sectorale premie ZW naar de volledige sectorale premie. Dit is de minimalepremie die geldt voor werkgevers die geen eigenrisicodrager ZW meer zijn en zijn teruggekeerd of gaanterugkeren naar de publieke verzekering bij UWV.

Stap 9 Loonbelasting/premie volksverzekeringen berekenen

9.3.2. Bij de laatste bullet is de beperkende termijn van 2 jaar verwijderd waarbinnen de witte tabel van toepassing is. Ook is ‘WW-uitkeringen’ toegevoegd aan de opsomming van uitkeringen waarop de witte tabel van toepassing kan zijn, als er sprake is van samenloop met loon uit tegenwoordigde dienstbetrekking.

9.3.3. De 3e bullet is verbeterd. Op de ZW-uitkeringen moet de groene tabel worden toepassen als de ZW-uitkering betrekking heeft op een periode nadat de dienstbetrekking is beëindigd.

Stap 10 Vrije ruimte en eindheffing werkkostenregeling berekenen

10.1. In de tweede alinea staat dat er over het bedrag dat binnen de vrije ruimte valt geen loonheffingen betaald worden. Ter verduidelijking is toegevoegd dat er ook geen loonheffingen ingehouden worden over dit bedrag.

Te veel betaalde premies terugvorderen? Data-Analyse Loonbelasting

Optimaliseer de loonbelasting, betaal niet te veel.

LEES VERDER

Stap 14 Aangiften corrigeren

14.4.1. Indien er voor 2019 al aangifte is gedaan via het ‘oude portaal’ (met gebruikersnaam en wachtwoord) met het aangifteprogramma (easytax), wordt er op de hoogte gebracht dat dit portaal op 1 juli 2024 wordt gesloten. Indien er na deze datum correcties nodig zijn voor het jaar 2019, neem dan contact op met de Belasting.

Let op! Als er eerder aangifte is gedaan met commerciële software of via Mijn Belastingdienst Zakelijk (MBDZ), zijn er geen veranderingen van toepassing.

Stap 18 Bijzondere arbeidsrelaties

18.1. Voor start-ups die zijn gestart in 2021 of 2022 is er overgangsrecht om gebruik te kunnen maken van de uitzondering op de normale regels voor het vaststellen van het gebruikelijke loon. Onder het kopje Start-ups is verwijderd dat een starter in 2023 aan de voorwaarden moet blijven voldoen. Voor die starters geldt er in 2024 geen overgangsrecht meer.

18.21. De Let op is verwijderd over (toekomstige) stijging van de AOW-leeftijd naar 67 jaar. Per 2024 is de AOW-leeftijd 67 jaar.

Stap 19 Werken over de grens: loonbelasting

19.4.1. Onder het kopje Wisseling van werkgever is de Let op een alinea naar voren geplaatst, omdat deze let op betrekking heeft op een werknemer die overstapt naar een nieuwe werkgever.

Stap 20 Werken over de grens: sociale zekerheid

20.3. In de opsomming is bij de 5e bullet ‘studenten’ vervangen door ‘stagiairs’.

20.3.5. De paragraaf over studenten is vervangen door een paragraaf over stagiairs. De informatie over studenten is alleen maar relevant voor als de student bij het bedrijf zelf werkt. Dit kon verwarring opleveren met stagiairs.

Stap 21 Aanspraken, vrijgestelde uitkeringen, ontslaguitkeringen en pensioenen

21.4.1. Deze paragraaf bevat nu informatie over de Wet toekomst pensioenen.

Stap 24 Heffingskortingen

24.1. In de alinea die volgt op de Let op is ‘alleenstaande-ouderenkorting’ toegevoegd. Ook onder het kopje Loonheffingskorting en de loonbelastingtabellen is de alleenstaandeouderenkorting toegevoegd. De zin dat die alleen maar in een speciale tabel voor de SVB is verwerkt Is verwijderd.

Loonkostenvoordeel (LKV) aanvragen automatiseren?

De PreVenTool stelt slimme vragen aan nieuwe werknemers om subsidie te krijgen.

LEES MEER

Stap 27 Loonkostenvoordelen, lage-inkomensvoordeel (LIV) en jeugd-LIV

27.1.1. In Let op 2 is een toelichting opgenomen over de stapsgewijze afschaffing van het loonkostenvoordeel oudere werknemer.

27.1.1. Onder het kopje Recht op loonkostenvoordelen bij WSW‑arbeid en arbeid op grond van de Participatiewet is verduidelijkt wanneer er wel of geen recht op loonkostenvoordeel is.

27.1.1. Onder het kopje Samenloop van meerdere loonkostenvoordelen en samenloop met LIV en jeugd‑LIV is in de 3e bullet aangegeven dat het jeugd-LIV per 2024 is beëindigd, maar dat in 2024 nog wel het jeugd-LIV over 2023 wordt uitbetaald.

27.1.1. Onder het kopje U neemt een onderneming over is Let op 7 toegevoegd, waarin er wordt aangeven dat het standpunt ter beoordeling bij de Hoge Raad ligt.

27.2.1. In deze paragraaf is de uurloongrenzen van het LIV gewijzigd. Tot en met 2023 was een van de voorwaarden voor het recht op het LIV dat het gemiddeld uurloon van een werknemer over een kalenderjaar minimaal 100% en maximaal 125% van het wettelijk minimumloon (WML) bedroeg. De bovengrens van 125% van het WML is per 1 januari 2024 verlaagd naar 104% van het WML. Deze verlaging hangt onder meer samen met de wijziging van het WML per 2024.

27.2.1. Onder het kopje Gemiddeld uurloon is onder de tabel aangegeven dat in verband met de invoering van het wettelijk minimumuurloon sommige werknemers meer loon krijgen. Daardoor wordt het gemiddeld uurloon dat wordt berekend hoger.

27.2.2. Het kopje Als een werknemer meer dan 40 uur per week werkt en de daaronder staande alinea is verwijderd. Dit omdat het maximumbedrag dat per werknemer aan LIV krijg niet afhankelijk is van het aantal uren per week dat de werknemer werkt.

Stap 29 Rubrieken van de aangifte loonheffingen

29.7. In de Let op 5 is de 1e bullet aangevuld met de opmerking dat er bij een WAZO-uitkering voor zwangerschaps-, bevallings, adoptie- en pleegzorgverlof geen code incidentele inkomstenvermindering geldt. De tekst bij de 2e bullet is verbeterd opgeschreven.

29.29. Deze paragraaf Verstrekte aanvulling op uitkeringen werknemersverzekeringen is toegevoegd.

"*" geeft vereiste velden aan